(Column: Kronkel 14 oktober 2019)
Soms overkomt het je: je komt terecht in een wereld, die je niet goed kent. Een omgeving, die niet de jouwe is. Je hebt bijvoorbeeld een nieuw rijbewijs nodig en het aanvragen daarvan brengt je in een wereld van formulieren, keuringen en wachttijden, die je alleen maar kent uit de krant. Och, denk je dan, dat zal toch zo’n vaart niet lopen?! Toch wel dus.. 0f je moet een vergunning aanvragen en je raakt de weg kwijt in het oerwoud van regels, die daarbij horen.
Zo kwam ik terecht in de wereld van de zorg. Ik schreef het al in mijn vorige column, ik viel van de fiets en belandde in het ziekenhuis. Het is een plek, die ik eigenlijk alleen maar ken vanuit mijn werk of als ik bij zieke familie of vrienden op bezoek ga. Nu was ik dus zelf aan de beurt en toen ik op de S(poed) E(isende) H(ulp) kwam, bleek dat het bijna 20 jaar geleden was, dat ik voor het laatst in een ziekenhuis was behandeld. Mijn gegevens werden erbij gezocht en, och heden, ik bleek tweemaal in het systeem te staan. Ik was dus een persoon met twee patiëntendossiers en dat kan natuurlijk niet, dat snap zelfs ik. Ik werd dus, na de behandeling, naar de receptie gestuurd met het eenvoudige verzoek die beide dossiers tot één te laten samenvoegen. Dat leek een simpele vraag, maar bleek moeilijker dan gedacht, want bij de volgende controle was er niets veranderd. Opnieuw vervoegde ik me bij de receptie en opnieuw liep ik alle gegevens door. Of het nu goed is? Ik weet het niet. Begin november mag ik weer voor controle en dan zal blijken…
Ik kan me nu voorstellen dat mensen zich verdwaald voelen in het oerwoud van regels dat blijkbaar nodig is om onze samenleving op rolletje te laten verlopen. Gelukkig staan alle leden van onze geloofsgemeenschap bij mij gewoon in een eenvoudig, maar wel goed beveiligd computerbestandje. Nu alleen dat wachtwoord onthouden….
Marianne Visch – de Bruin