(Column: Kronkel 17 april 2020)
Vorige week vierden we Pasen. We vierden het feest van de opstanding, van leven dat dood leek, maar dat niet bleek te zijn. Ondanks de grote zorgen waar we allemaal mee te kampen hebben, vierden we feest.
Wij, in ons kerkje aan de Deventerstraat, kwamen op Paasmorgen om 10 uur bij elkaar om samen dat Paasfeest te vieren. Dankzij de in allerijl opgezette internet livesteamverbinding konden we toch bij elkaar zijn. Met vier mensen in de kerk, maar met een veelvoud ervan thuis bij de TV, de laptop of iPad. Ik heb het als een voorrecht ervaren om zo toch als voorganger de verbinding te voelen met ‘mijn‘ mensen thuis.
Paasfeest is het feest van de opstanding, van leven dat zich niet aan banden laat leggen. En dat merken we ook in de natuur. In de weken voorafgaand aan het Paasfeest, zag ik de natuur uitlopen. Eerst de krokussen en sneeuwklokjes, daarna de narcissen maar ook de heesters, die prachtige bloesem kregen. Het was een feest om dagelijks een wandeling te maken en elke keer weer te ontdekken hoe mooi onze omgeving is.
De lente van 2020 is een lente die anders is dan anders. Veel mensen kunnen of willen de deur niet uit omdat de kans op besmetting met het ‘Coronavirus’ te groot is. Wat is het dan een voorrecht om in een dorp als Vaassen te mogen wonen en niet drie hoog achter in één van de grote steden. Ik denk in deze tijd vaak aan de gezinnen met kinderen. Zij hebben het niet gemakkelijk. Maar ook gaan mijn gedachten uit naar de mensen in de verpleeg- en verzorgingshuizen. Naar al die mensen natuurlijk, maar ik denk vooral aan mijn moeder, die ik nu niet mag bezoeken. Ik niet, maar mijn vader ook niet. Ja, dat is nodig, maar best wel heel moeilijk. Ik denk aan alle mensen, die werken in de zorg en zo druk zijn dat ze nauwelijks tijd hebben om van de ontluikende natuur te genieten. Wat fijn dat jullie er zijn en dat jullie dit voor ons willen doen. En dan heb ik het nog helemaal niet gehad over al die ondernemers in de horeca, cultuur en al die andere sectoren, die zonder werk zitten en dus ook zonder inkomen.
En toch is het lente. Toch knoppen de bomen en zijn de jonge berken inmiddels groen. De lente laat zich niet tegenhouden. Laten wij proberen daar van te genieten en er troost uit te putten!
Marianne Visch – de Bruin