(Column: 10 november 2022)
Op het moment dat ik dit schrijf ligt de eerste koffie-ochtend van dit seizoen al weer een paar weken achter ons.
Koffie-ochtend. Als je niet ingewijd bent in de traditie van ons kerkje kun je je er van alles bij voorstellen. Is het alleen maar koffiedrinken of nog iets meer? Het is meer.
En dat “meer” varieert dan per bijeenkomst. Een serieus of luchtig onderwerp. Een literaire, filosofische of religieuze ondertoon. Een lange of een korte inleiding. Plenaire discussie of – zoals de laatste keer – interactief in tweetallen. Al is het altijd wel zo dat de ochtend eindigt met een gesprek waar iedereen aan deelneemt. De huiselijke sfeer en een beperkt aantal aanwezigen maken dat mogelijk.
En de koffie? Tenslotte verleent de bijeenkomst daaraan haar naam. Het ligt voor de hand daarbij te denken aan het tijdstip, ’s morgens om half elf. Maar er is nog iets anders. Gezamenlijk koffie (of thee) drinken is een sociaal ritueel. Ik las zelfs ergens dat koffie of thee drinken met vrienden een probleem lichter kan maken. Niet oplossen natuurlijk, maar op de één of andere manier draaglijker maken, omdat het de aandacht naar het moment trekt, naar het nu, naar het samenzijn. Het zou zelfs voor positieve veranderingen in onze hersenen zorgen, die ons communicatief en ontspannen maken.
Wat daarvan allemaal waar is en of het degelijk onderzocht is weet ik niet. Maar zouden er niet heel wat problemen en ruzies voorkomen kunnen zijn als maar iemand op het juiste moment aan “koffie” had gedacht?
Maria Bolijn