(Column: Kronkel 29 januari 2021)
Deze week hebben we voor het eerst te maken met de zgn. avondklok; die periode waarin we niet op straat mogen zijn. We moeten er alles aan doen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Om onszelf en onze kwetsbare medemensen te beschermen, maar ook om ervoor te zorgen dat de ziekenhuiszorg niet wordt overspoeld en daardoor de nodige zorg niet kan worden verleend.
Helaas, wat ik de afgelopen dagen op TV en in de krant zag, stemde me niet vrolijk.
O ja, ik weet het wel: de meeste mensen houden zich netjes aan de regels, maar dat geldt niet voor iedereen. De verontwaardiging was dan ook groot en terecht, want om nu een GGD teststraat in brand te steken, supermarkten te plunderen of een ziekenhuis te belagen, dat gaat echt veel te ver!
Vanwege een ‘technisch mankement’ heb ik vorige week een etmaal in het ziekenhuis doorgebracht en daar mocht ik van dichtbij meemaken hoe er wordt gewerkt: efficiënt maar met compassie voor de mensen, die er ook niet voor hun plezier worden verzorgd. Op de afdeling waar ik verbleef werd ongelofelijk hard gewerkt, maar er was altijd aandacht voor de mens achter de ziekte. Ondanks alle beperkingen doen de medewerkers in de zorg enorm hun best, niet alleen op de corona-afdeling. Ik heb van dichtbij mogen meemaken dat ook de reguliere zorg zoveel mogelijk doorgaat. Wat is dat een geweldig groot goed!
Over een paar weken begint de 40-dagentijd, waarin we op weg gaan naar Pasen, tijd die ook wel lijdenstijd wordt genoemd. Lijden is in het Latijn ‘passio’ en dus noemen we die periode ook wel passietijd. Deze week kreeg ik de 40-dagenkalender van de VVP binnen en daarin vond ik een prachtig artikel over de passiebloem. Natuurlijk is deze column veel te kort om op de symboliek van deze bloem in te gaan, maar wat zou het mooi zijn als wij ‘met passie op weg naar Pasen’ zouden kunnen gaan. Gepassioneerd en bevlogen maar ook met compassie, meeleven met de ander.
Een beetje zoals ik in dat ziekenhuis zag.
Marianne Visch – de Bruin