‘Oranje – roze – rood’

(Column: Kronkel Vaassens Weekblad 11 mei 2016)

We leven in kleurrijke tijden. Een week geleden was het Koningsdag en toen kleurde ons land oranje. Daarop volgde de eerste mei, de Internationale dag van de Arbeid, een dag die traditioneel een rood randje heeft en nu ik deze kronkel schrijf hangt aan ons huis het rood-wit-blauw halfstok. We gedenken onze doden. Goed om die herinnering levend te houden, laten we dat vooral blijven doen. En morgen, op 5 mei, dan hijsen we die driekleur door naar de top van de vlaggenmast. We vieren onze vrijheid, die beslist niet vanzelfsprekend is, op de dag waarop we ook Hemelvaartsdag vieren.

Maar ondertussen zie ik her en der in mijn woonplaats de stad roze kleuren want vrijdag komen de wielrenners bijna voor onze voordeur langs. Roze fietsen aan lantaarnpalen, roze lappen om de bomen en roze vlaggetjes aan de huizen. En dat allemaal voor de Giro d ‘Italië, die Apeldoorn op z’n kop zet: loopbruggen, terrassen, parkeerverboden en veel belangstellenden, ze horen er blijkbaar bij.

Wanneer u dit leest, is het allemaal alweer voorbij. We kunnen weer gewoon met onze auto bij huis komen, de wielrenners zijn naar zuid-Italië vertrokken om daar nog drie weken verder te fietsen en de stad is bijna weer ‘gewoon’.

Na het oranje en roze gaan we nu op naar het rood van Pinksteren. De kerk viert feest want ze is jarig. Traditioneel kleuren dan de kerken rood, het rood van het vuur van Pinksteren. Pinksteren het feest van de Geest, die mensen aanraakt en bezielt. De Geest, die waait waarheen hij (of zij) wil en die warmte geeft op alle plekken waar mensen oog hebben voor hun medemens.

Marianne Visch – de Bruin

‘Op school’

(Column: Kronkel Vaassens Weekblad 26 februari 2016)

Het gebeurt niet zo heel vaak, maar vorige week was ik even op een basisschool. Het was de prachtige nieuwe school waar mijn kleinzoon les krijgt. Fonkelnieuw gebouw met veel open ruimtes, die overigens toch niet zo heel goed bleken te bevallen want er worden inmiddels weer deuren in gemaakt, zodat desgewenst geluiden kunnen worden buitengesloten.

Maar goed, daar wil ik het eigenlijk helemaal niet over hebben. Ik was daar omdat in de groep van mijn kleinzoon wordt gewerkt aan het project ‘moderne geschiedenis’ en in deze weken zijn de kinderen, in de leeftijd van 8 en 9 jaar, bezig met de Tweede Wereldoorlog. Ze hebben het Airborne museum bezocht en meester heeft al veel over die tijd verteld. Vanmorgen waren wij te gast omdat de overgrootouders van mijn kleinzoon die tijd nog hebben meegemaakt. Zij waren toen kinderen en omdat opa nu eenmaal gewoon heel mooi kan vertellen, had mijn dochter dit met meester bekokstoofd.

En zo zaten wij, mijn moeder, mijn man, mijn dochter en ik, samen te kijken en te luisteren naar ‘opa’ die de kinderen vertelde over een tijd waarin zijn zwager moest vechten op de Grebbeberg en er geen telefoon, TV  of internet was, waardoor niemand wist hoe het met hem ging. Hij vertelde hoe voorzichtig je moest zijn met wat je zei, want iedereen kan een verrader zijn. Over dat vliegtuig dat net buiten het dorp was neergeschoten en waar hij natuurlijk naar was gaan kijken. En hij vertelde over vluchtelingen, die vanuit gebieden waar werd gevochten, naar ons dorp op de Veluwe kwamen en daar liefdevol werden opgevangen.

Een half uur duurde zijn gesprek met de kinderen, die verbazend goed luisterden en geregeld hun hand opstaken om een vraag te stellen. Een verhaal dat eindigde met de blijdschap over herwonnen vrijheid en het vaste voornemen: dit noot meer! Een half uur ging het over vroeger, maar ook over nu. Over geschiedenis, die zich herhaalt.

Nog één laatste vraag mocht worden gesteld en een meisje vroeg: En die zwager van u, hoe is het daarmee afgelopen?

Dank je wel, opa! Dank jullie wel, kinderen! Ook ik heb weer heel veel geleerd vanmorgen. En die zwager, die is weer veilig thuis gekomen.

 Marianne Visch – de Bruin

‘Dry Januari’

(Column: Kronkel Vaassens Weekblad 22 januari 2016)

Wanneer u deze ‘kronkel’ leest, is de maand januari bijna voorbij en dat is, geloof ik maar goed ook want voor veel mensen is het blijkbaar niet zo’n fijne maand. Dat denk ik tenminste want in de media wordt er alles aan gedaan om die maand met allerlei fraaie bijnamen ‘op te leuken’. Zo kennen we sinds een aantal jaren de ‘blue Monday’ als naam voor de derde maandag van januari, die de meest trieste dag van het jaar zou zijn. Dit jaar las ik voor het eerst de term ‘dry january’ en ik vroeg me af wat die nu weer betekent. Het kan toch niets te maken hebben met het weer, want vooral in het begin van de maand heeft het overvloedig geregend en zouden we moeten spreken over een ‘wet january’.

Nee, ‘dry january’ heeft niets met het weer, maar alles met alcohol te maken. Ik las in de krant dat het de bedoeling is om in de maand januari geen alcohol te drinken. Het is dus een soort van test en een soort van dieet en beiden passen wel in de goede voornemens voor een nieuw jaar.

In de kerken kennen we al sinds jaar en dag zo’n sobere periode en dat is de vastentijd, die we tegenwoordig ook wel de 40-dagentijd noemen. Een periode van veertig dagen tussen Aswoensdag en Pasen waarin velen van ons, geheel vrijwillig, even een stapje terug doen. We kiezen onze ‘vastiviteiten’ uit: geen alcohol, geen snoep, vlees, geen internet misschien, TV of een periode geen social media. Een aantal weken versoberen, tijd te vinden om na te denken, een boek te lezen, een wandeling te maken of gewoon want minder gehaast te leven. Dit jaar begint de 40-dagentijd op 10 februari. Dat is direct na carnaval en Pasen is op 27 maart.

En, o ja, ook in februari kennen we een landelijke dag: 5 februari is landelijke warme truiendag. Het is maar dat u het weet …..

Marianne Visch – de Bruin

Met je tijd meegaan

(Column: Kronkel Vaassens Weekblad 5 nov 2015)

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar mijn kinderen hebben geen vaste telefoon meer. Ze zijn alleen nog mobiel bereikbaar. Gelukkig kost het vandaag de dag geen vermogen meer om die mobieltjes te bellen en bovendien, zelf heb ik tegenwoordig ook een iPhone. Het is verbazend hoe snel een mens aan zo’n apparaatje verslingerd kan raken! Ik heb tegenwoordig overal internet, mijn mail reist met me mee en dus kan ik ook vanuit de verste uithoek van het land deze column naar de redactie van het Vaassens Weekblad sturen. Daarnaast hebben we een ‘gezinsapp’ waarin ik met alle kinderen tegelijk kan communiceren en eentje met mijn zussen. Deze moderne manier van communiceren vervangt inmiddels alweer de mail, waar velen onder ons nog maar nauwelijks aan zijn gewend. Minder belangrijke informatie lees ik via Facebook waar we in een afgeschermde groep familienieuwtjes delen.

Of we willen of niet, we moeten gewoon mee. Bij de huisarts, de apotheek, de bank en de krant, het wordt steeds moeilijker om een ‘echt mens’ aan de telefoon te krijgen en ik kan me best voorstellen dat sommige ouderen onder ons er kierewiet van worden.

Ook als kerken en geloofsgemeenschappen gaan we met onze tijd mee. Kerkdiensten zijn via kerknet.nl moeiteloos bij te wonen in beeld en geluid, een goede website is tegenwoordig een ‘must’ en die site moet dan ook nog eens interactief zijn want alleen zo kunnen we de jongere generaties bereiken. En dus kunt u binnenkort deze ‘kronkel’ ook nalezen op de blog van de voorganger op vrijzinnigvaassen.nl.

Ik vind het allemaal leuk en ik doe graag mee, maar ik kan me voorstellen dat velen van ons het allemaal zo snel niet kunnen bijbenen. En dus blijf ik gewoon door het dorp fietsen en kom ik graag bij ‘mijn’ mensen langs voor een praatje en een kopje koffie of thee. Want er gaat immers niets boven ‘gewoon’ menselijk contact.

Marianne Visch – de Bruin