(Column: Kronkel 6 december 2019)
Gemiddeld zo’n drie keer per week reis ik van Apeldoorn naar Vaassen en weer terug. Als het even kan met de fiets, alleen als het regent of heel erg koud is pak ik de auto. Meestal ga ik over het fietspad en zo zag ik de afgelopen jaren de kerstbomen, die daar worden gekweekt, groter en groter worden. Op andere percelen worden jonge boompjes aangeplant. Begin november van dit jaar werden de eerste volgroeide bomen gerooid en inmiddels zijn de meeste bomen op weg naar het hoogtepunt van hun bestaan, hier in de buurt misschien, maar het kan ook best zo zijn dat ze heel ergens anders worden verkocht.
Overal langs de weg zie ik ze staan: de kerstbomen met hun lampjes. Maar ook andere bomen, struiken, vlaggenmasten, balkons worden in het licht gezet. Licht in deze donkere tijd van het jaar. Ik vind het mooi, geniet van de sfeer die zo ontstaat en opeens komt de naam ‘verlichte bomenfeest’ bij me op. Kent u die term nog?
Ooit werd ze geïntroduceerd in de Fabeltjeskrant, dat kinderprogramma uit de jaren ’70 van de vorige eeuw. De dieren in de serie vierden geen Kerstfeest, maar het verlichte bomenfeest. Ze vierden het feest van het terugkerende licht en niet de geboorte van het Kerstkind. Om me heen kijkend als ik in de vallende duisternis terugfiets naar huis, lijkt me dat wij meer en meer ‘verlichte bomenfeest’ aan het vieren zijn.
Natuurlijk is daar niks mis mee, maar kerstfeest is echt meer dan verlichte bomen, gezelligheid en lekker eten. Kerstfeest is voor mij het feest van ‘en toch…’ Daarvoor, voor dat ‘en toch…’ zoeken we elkaar op tijdens de vieringen in de kerken, luisteren we naar het oude verhaal ‘en het geschiede..’ en zingen we de bekende liederen.
Want bij alles wat we ervaren: onrecht, ongelijkheid, onmacht, onvrede misschien, zoeken we met elkaar naar woorden van bemoediging. Woorden om het samen uit te houden in een ‘wereld verloren in onrecht’. We vertellen elkaar dat het na elk donker weer licht wordt en dat onze aarde en haar bewoners het waard zijn om ons voor in te zetten.
Een ‘nieuwe wereld’ zoals Huub Oosterhuis dicht:
Dat een nieuwe wereld komen zal
waar brood genoeg –
en water stroomt voor allen
Ik wens u allen goede dagen en een voorspoedig 2020 toe.
Marianne Visch – de Bruin